1960s – Cinema Galeries

1960s

    Inleiding

    Filmmaker zijn in Hongkong betekent weigeren het hectische tempo van de metamorfoses te volgen, om er andere op te leggen… plaatsen filmen en de herinnering eraan vastleggen.

    Wong Kar-wai
    Cahiers du cinéma/Made in China 1999

    Inleiding

    Filmmaker zijn in Hongkong betekent weigeren het hectische tempo van de metamorfoses te volgen, om er andere op te leggen… plaatsen filmen en de herinnering eraan vastleggen.

    Wong Kar-wai
    Cahiers du cinéma/Made in China 1999

    ETERNITY & SU LI-ZHEN

    De films Days of Being Wild, In the Mood for Love en 2046 vormen een trio dat de jaren ‘60 vertegenwoordigt. Een belangrijk verbindend element tussen deze films is een vertrouwde naam: Su Li-zhen. In Days of Being Wild is ze de jonge vrouw wiens hart is gebroken door Yuddy. In In the Mood for Love beleeft ze een geheime romance met meneer Chow. Ten slotte blijft Maggie Cheung in 2046 de rol van Su Li-zhen spelen, en een ander personage in de film, gespeeld door Gong Li, draagt dezelfde naam.

    De naam Su Li-zhen creëert een soort rode draad die door het universum van Wong Kar-wai loopt, een universum dat zich concentreert op de jaren ‘60. Dit personage behoudt haar karaktertrekken – verlegen, gereserveerd, niet spraakzaam, wat een van de hoofdthema’s van deze trilogie weerspiegelt: de eeuwigheid.

    NOSTALGIA & SHANGHAI

    Wong Kar-wai zelf emigreerde in 1963 met zijn familie van Shanghai naar Hongkong. In die tijd waren de emigranten uit Shanghai sterk gehecht aan hun levensstijl en hoopten ze ooit naar hun geboortestad terug te keren. Deze invloed is terug te vinden in verschillende elementen van de films: het appartement van de moeder van Yuddy in Days of Being Wild, de qipao-jurken en de dialogen in het Shanghainees in In the Mood for Love, en het Oriental hotel in 2046. Deze details vermengen het Shanghai van de jaren ‘30 met het Hongkong van de jaren ‘60.

    De personages in deze films zijn ook op een bijna onveranderlijke manier gehecht aan hun emoties. Deze verstarde houding wordt belichaamd door de tijd. Bijvoorbeeld, Yuddy in Days of Being Wild zit voortdurend vast om 15:00 uur, het tijdstip waarop hij een gesprek begint met Su Li-zhen. Yuddy vergelijkt zichzelf met een vogel zonder poten, altijd in beweging zonder ooit te kunnen landen, wat zijn gebrek aan wortels en zijn zoektocht naar identiteit weerspiegelt. Zo wordt 15:00 uur een metafoor voor zijn toestand van stagnatie.

    TÊTE-BÊCHE

    In In the Mood for Love wordt de liefde gekenmerkt door de nacht. De meeste ontmoetingen tussen de twee hoofdpersonen vinden dan plaats, en de regisseur markeert het verstrijken van de tijd door subtiele details. Bijvoorbeeld, in de scène waarin ze samen dineren in een restaurant, blijft alles hetzelfde – de plek, het eten, de muziek – maar de verandering van Su Li-zhen’s qipao laat zien dat er meerdere ontmoetingen zijn geweest, hoewel we slechts één scène zien. In werkelijkheid herhaalt deze maaltijd zich drie keer.

    De film is geïnspireerd door de roman Tête-bêche van Liu Yichang, die aan het begin en het einde van de film wordt vermeld. De term «tête-bêche» komt uit de filatelie en beschrijft twee postzegels die aan elkaar zijn bevestigd, maar omgekeerd zijn geplaatst. In de roman gebruikt Liu Yichang deze metafoor om de relatie te beschrijven tussen een oudere man, die nostalgisch is over Shanghai, en een jong meisje dat droomt van Hongkong, en zo het verleden en de toekomst, Shanghai en Hongkong, met elkaar verbindt. In In the Mood for Love wordt deze dynamiek weerspiegeld in de relatie tussen meneer Chow en Su Li-zhen, die de ontrouw van hun echtgenoten onderzoeken, maar uiteindelijk zelf verliefd worden.

    De film is ook verbonden met de Argentijnse schrijver Julio Cortázar, die ervan hield de lineaire structuur van tijd te doorbreken. Hier volgt de relatie tussen meneer Chow en Su Li-zhen een cirkelvormig patroon dat typisch is voor Cortázar: ze gaan van het zoeken naar bewijs van ontrouw naar de verleiding om zelf ontrouw te zijn. Deze tijdlus, waarbij het begin samenvalt met het einde, weerspiegelt een vorm van tragisch fatalisme. Bovendien zien we in de film nooit de gezichten van de echtgenoten van meneer Chow en Su Li-zhen, en deze twee personages worden ook vertolkt door Tony Leung en Maggie Cheung, wat dit idee van een lus versterkt.

    Het iconische muzikale thema van de film, Yumeji’s Theme van Shigeru Umebayashi, is een wals, wat «in cirkels draaien» betekent, en versterkt dit gevoel van herhaling. De relatie tussen meneer Chow en Su Li-zhen volgt ook deze cyclische structuur: het eindigt in een doodlopende weg, waardoor de personages terugkeren naar hun beginpunt. Dit thema van spijt en gemiste kansen komt terug in verschillende films van Wong Kar-wai, waarin «liefde een kwestie van timing is. Het heeft geen zin om de juiste persoon te ontmoeten… te vroeg of te laat» (2046). 

    2046

    In 2046, het vervolg op In the Mood for Love, is meneer Chow een man die gevangen zit in zijn herinneringen en spijt heeft, niet in staat om zich los te maken van zijn verleden. Hoewel Su Li-zhen, gespeeld door Maggie Cheung, maar kort verschijnt, blijft ze het middelpunt van het verhaal. Meneer Chow, geobsedeerd door haar herinnering, zoekt haar schaduw in alle vrouwen die hij ontmoet. In de film schrijft hij een sciencefictionroman waarin alle personages proberen een plek genaamd «2046» te bereiken om hun verleden terug te vinden. 2046 lijkt de toekomst te vertegenwoordigen, maar symboliseert in werkelijkheid een terugkeer naar het verleden, een metafoor voor meneer Chow’s herinneringen.

    De films van Wong Kar-wai verbinden vaak persoonlijke emoties met de historische tijd waarin ze plaatsvinden. Bijvoorbeeld, het gevoel van vervreemding van Yuddy in Days of Being Wild weerspiegelt de identiteitscrisis van een buitenechtelijk kind. Geboren op de Filipijnen, emigreerde hij van Shanghai naar Hongkong, wat ook de onzekerheid van de stad zelf symboliseert.

    Evenzo voegt Wong Kar-wai in In the Mood for Love historische beelden in, zoals het bezoek van Charles de Gaulle aan Cambodja in 1966, wat het einde van een koloniaal tijdperk oproept. Voor Days of Being Wild verklaarde hij al: «het is de simpele toevalligheid tussen een groot historisch evenement en een zeer intieme situatie».

    In 2046 is het verstrijken van de tijd nog meer benadrukt. Appartement 2046, waar meneer Chow de herinneringen aan zijn liefde voor Su Li-zhen bewaart, wordt een metafoor voor bevroren tijd. Het jaar 2046 zelf is symbolisch: het is het jaar waarin de belofte vervalt dat het politieke systeem van Hongkong na de teruggave in 1997 vijftig jaar lang onveranderd zou blijven. Wong Kar-wai stelt in deze film de vraag: wat blijft er ongewijzigd na verloop van tijd?

    Een belangrijke citaat uit 2046 komt uit de roman De Dronkaard van Liu Yichang: «Alle herinneringen zijn sporen van tranen» (所有的記憶都是潮濕的). Deze zin weerspiegelt een centraal idee van Wong Kar-wai: herinneringen zijn zintuiglijk, ze worden beleefd door aanraking en emoties. Tijd, in de films van Wong Kar-wai, wordt drager van herinneringen en geschiedenis, altijd op een intieme en zintuiglijke manier verkend.

    Hoewel Wong Kar-wai plaatsen, tijd en geschiedenis filmt, richt hij zich vooral op het innerlijke emotionele landschap van zijn personages. Hongkong, een stad die voortdurend zijn verleden opslokt, wordt het decor waarin de personages hun herinneringen proberen te behouden. De jaren ‘60, een periode die vaak in zijn films terugkomt, lijken een moment te zijn dat bewaard blijft in de tijd, minder gemakkelijk opgeslokt door het razende tempo van verandering.